rokende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ro·ken·de
Werkwoord
vervoeging van: | roken |
rokende
- verbogen vorm van rokend, het onvoltooid deelwoord van roken
Bijvoeglijk naamwoord
rokende
- verbogen vorm van de stellende trap van rokend
Uitdrukkingen en gezegden
- De rokende vlaswiek uitblussen
Stoett-2428 [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rokende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.