roddelkous
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roddelkous (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rod·del·kous
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van roddel en kous
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roddelkous | roddelkousen |
verkleinwoord | roddelkousje | roddelkousjes |
Zelfstandig naamwoord
- Iemand (vaak een vrouw) die graag en veel roddelt.
Gangbaarheid
- Het woord 'roddelkous' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.