Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijnummer rijnummers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rijnummero

  1. het nummer dat dient als identificatie van een rij
    • Een passagier had een duidelijk veel te grote koffer, een rugzak en een zeer grote handtas bij zich. Zij was niet de enige, er waren meerdere die te veel/grote bagage bij zich hadden. Hoe hypocriet kan je als vliegmaatschappij zijn als je dat goed vindt. En waarom passagiers met het hoogste stoelnummer niet eerst in laten stappen en er voor zorgen dat ze hun bagage meenemen tot hun rijnummer. [1] 
    • Wie door de hoeveelheid parkeerplekken op Schiphol door de bomen het bos niet meer ziet, kan vanaf nu gebruik maken van een speciale sms–dienst. Passagiers kunnen het rijnummer van hun parkeerplaats doorgeven, waarna ze direct een gratis bericht krijgen met een routebeschrijving. [2] 

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 06 sep. 2016 ’Letten op te grote handbagage’
  2. Reformatorisch Dagblad 12-01-2009 Sms’je biedt hulp bij terugvinden auto op Schiphol
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be