rijdt aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijdt aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanrijden |
rijdt aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijden
- Jij rijdt aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijden
- Hij rijdt aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanrijden
- Rijdt aan!
Gangbaarheid
- Het woord rijdt aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.