rijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijd (hulp, bestand)
- IPA: / rɛit / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /rɛɪ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /rɛːt/
- (Limburg): /rɛɪ̯d/
Woordafbreking
- rijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rijden |
rijd
vervoeging van |
---|
rijden |
rijd