Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijbaan rijbanen
verkleinwoord rijbaantje rijbaantjes

Zelfstandig naamwoord

de rijbaanv / m

  1. (verkeer) weggedeelte bestemd voor voertuigen
    • Bewoners van de Dokter Schräderlaan in het Brabantse Oisterwijk keken toch wat vreemd op, toen de werkzaamheden voor een nieuwe riolering waren voltooid. De lantaarnpaal die voorheen op het trottoir stond, staat nu plotseling op de rijbaan. Dat dat niet helemaal de bedoeling is, blijkt wel uit het feit dat de paal wordt afgeschermd door een rood-wit waarschuwingsbord. De gemeente Oisterwijk laat in een reactie weten dat het om een tijdelijke situatie gaat. [1] 
  2. oefenbaan in een manege
  3. (luchtvaart) verharde strook van een vliegveld waarover een vliegtuig zich naar de startbaan begeeft
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Gerben van den Broek en Tom Tacken 07-05-18 Verkeer Oisterwijkse woonwijk moet wel héél vreemd obstakel ontwijken
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be