rietstekelkruin
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- riet·ste·kel·kruin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van riet en stekelkruin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rietstekelkruin | rietstekelkruinen |
verkleinwoord | rietstekelkruintje | rietstekelkruintjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Clibanornis dendrocolaptoides een zangvogel uit de familie Furnariidae (ovenvogels). Deze soort komt voor van oostelijk Paraguay tot zuidoostelijk Brazilië en noordoostelijk Argentinië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'rietstekelkruin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.