Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rid·der·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riddertijd riddertijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de riddertijdm

  1. De ridderttijd was in Europa van het jaar 500 tot het jaar 1000.

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be