Ricinus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·ci·nus
enkelvoud meervoud
naamwoord ricinus ricinussen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ricinusm

  1. (plantkunde) Ricinus communis   een snelgroeiende tropische boom uit de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae)
    • Van de zaden van de ricinus wordt wonderolie geperst. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be