ribzaad
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- rib·zaad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rib zn en zaad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ribzaad | ribzaden |
verkleinwoord | ribzaadje | ribzaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het ribzaad o
- (bloemplanten) een geslacht Chaerophyllum uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae ). De soorten komen voor in Europa, Azië, Noord-Amerika en Noord-Afrika
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'ribzaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.