Nederlands

 
kruisbes (Ribes uva-crispa)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ri·bes·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ribesfamilie
verkleinwoord ribesfamilietje ribesfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de ribesfamiliev

  1. (bloemplanten) een familie Grossulariaceae   van tweezaadlobbige heesters. Deze wordt tegenwoordig geacht te bestaan uit één geslacht: Ribes  , dat dan breed omschreven is. In die omschrijving komt de familie voor in gematigde streken van het noordelijk halfrond en in de Andes. In het verleden heeft de familie nogal diverse omschrijvingen gekend
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie