revertir
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ver·tir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
revertir |
revertía |
revertido |
volledig |
Werkwoord
revertir
- terugkeren in de oude toestand
- (~ a) vervallen aan, teruggaan naar (de vroegere eigenaar)
- (~ en) strekken tot, uitlopen op, leiden tot
Verwijzingen
- revertir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española