retentie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
- via Frans rétention zn van Latijn retentio zn , in de betekenis van ‘ophouding’ aangetroffen vanaf 1568 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | retentie | retenties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de retentie v
- (scheikunde) ophouding, het vertraagd afgeven of vasthouden van iets
- Chromatografie is gebaseerd op een verschil in retentie bij het doorspoelen van een kolom.
- (juridisch) ophouding, vasthouding
- (medisch) ophouding of terughouding van stoffen die normaal door het lichaam verplaatst of afgescheiden worden
- tijdelijke opslag van overtollig oppervlaktewater, (retentiebekken, retentiegebied)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. ophouding, het vertraagd afgeven of vasthouden van iets
Gangbaarheid
- Het woord retentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "retentie" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ retentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "retentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be