Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ten·lik·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord retenlikker retenlikkers
verkleinwoord retenlikkertje retenlikkertjes

Zelfstandig naamwoord

de retenlikkerm

  1. (scheldwoord) iemand die alles doet om bij een baas in het gevlij te komen

Gangbaarheid