Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·tail·des·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord retaildeskundige retaildeskundigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de retaildeskundigev / m

  1. (beroep) iemand die adviseert over bedrijven die direct aan consumenten verkopen
     De laatste prijsstunt van Albert Heijn is volgens de retaildeskundige een slimme manier om concurrent Jumbo in België de wind uit de zeilen te nemen.[1]
     Winkelketens moeten kiezen, zeggen retaildeskundigen al jaren. Je moet óf luxe zijn, óf echt goedkoop.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Joost Pijpker
    “Albert Heijn opent aanval op Belgische markt” (17 februari 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Teri van der Heijden & Barbara Rijlaarsdam
    “De verbouwing van Blokker hapert” (19 mei 2017) op nrc.nl