vervoeging van
residir

resida

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van residir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van residir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van residir