repetitieperioden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·pe·ti·tie·pe·ri·o·den
Zelfstandig naamwoord
de repetitieperioden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord repetitieperiode
Gangbaarheid
- Het woord repetitieperioden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.