remmende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rem·men·de
Werkwoord
vervoeging van: | remmen |
remmende
- verbogen vorm van remmend, het onvoltooid deelwoord van remmen
Bijvoeglijk naamwoord
remmende
- verbogen vorm van de stellende trap van remmend
vervoeging van: | remmen |
verbogen vorm: | remmendee |
remmende
remmende