religiositeit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·li·gi·o·si·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | religiositeit | religiositeiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de religiositeit v
- (religie) alles wat te maken heeft met godsdienst en geloof in een opperwezen
- ▸ Bisschop Tod Brown van Orange schrijft dat hij met bedroefdheid kennis nam van de financiële problemen bij Schullers gemeente. Hij wijst er op dat zij aanvankelijk samenkwam 'onder het nederige dak' van een drive-in snackbar en dat zij is uitgegroeid tot een 'gewaardeerde bron van religiositeit' in het deel van Californië waarin Orange ligt.[3]
- ▸ Tijdens het National Prayer Breakfast zei hij dat de uitdagingen waar de VS nu voor staan, van hem eisen dat hij luistert naar God en valse religiositeit vermijdt.[4]
Synoniemen
Vertalingen
1. alles wat te maken heeft met godsdienst en geloof in een opperwezen
Gangbaarheid
- Het woord religiositeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "religiositeit" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ religiositeit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Bisdom koopt 'Crystal Cathedral' van failliet Californië” (29-07-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Obama: Christelijke waarden motiveren mij als president” (03-02-2012), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be