Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·la·tie·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord relatiebureau relatiebureaus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het relatiebureauo

  1. (bedrijf) bedrijf dat mensen helpt die op zoek zijn naar een (levens)partner
    • 'Sympathieke vrouw aan de top. Sterke persoonlijkheid. 'Jong' en sociaal. Gezien in bestuur en commissariaat. Maakt vaak het verschil', luidt het begin van een advertentie in de Volkskrant. Tussen de artikelen over onrust in de Arabische wereld wekt de annonce nieuwsgierigheid: welke vrouwelijke commissaris en topbestuurder is op zoek naar die 'gezellige, stijlvolle man die aan het leven eigen inhoud en betekenis geeft'? De advertentie komt van Pier Ebbinge Relationship, een relatiebureau voor 'the happy few'. Wie die 'happy few' zijn, houdt Ebbinge strikt geheim. [2] 
    • Selectie van een eventuele levenspartner doet Just2Match op verschillende manieren. Zo heeft het relatiebureau contacten bij modellenbureaus, castingbureaus en andere netwerkorganisaties. Kuiper-Vermeer: „Wij kijken naar interesses, levensstijl en, niet onbelangrijk, uiterlijk. Vervolgens nodigen we de kandidaten uit voor een intake, waarna ze kans hebben op een ontmoeting met de miljonair.” Animo? „Die is er voldoende.” [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. relatiebureau op website: Etymologiebank.nl
  2. Volkskrant Loes Reijmer 14 maart 2011
  3. NRC Freek Schravesande 26 juni 2010