reisdeclaratie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reisdeclaratie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛizdeklaˌra(t)si / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- reis·de·cla·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reis zn en declaratie zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reisdeclaratie | reisdeclaraties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de reisdeclaratie v
- opgave van uitgaven die gedaan zijn voor het maken van een reis met de bedoeling die vergoed te krijgen
- ▸ De voorganger van Jacobs, H. Riem, kwam amper een jaar na zijn benoeming met justitie in aanraking en werd ontslagen, ook al werd hij na een lange procedure alleen voor een verkeerde reisdeclaratie veroordeeld.[2]
Gangbaarheid
- Het woord reisdeclaratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Burgemeester Brunssum weer in opspraak” (9 mei 1997) op nrc.nl