Nederlands

 
1. Een regenwurm.
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gen·wurm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regenwurm regenwurmen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de regenwurmm

  1. (wormen) benaming voor dieren uit de familie Lumbricidae  , gelede borstelwormen
     Hoe stel je vast of een zebra meer lijkt op een libelle dan op een regenwurm, dan wel omgekeerd?[1]
     'Maar hoe vul je zijn mondje?. Wat geef je een jonge kauw te eten?', zei Winnies grootmoeder. 'Ga om te beginnen maar een onsje regenwurmen kopen bij de dierenwinkel'.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
   1. zie: regenworm   

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Felix Eijgenraam
    “Doorbraak der dieren; Het raadsel van de Cambrische explosie” (26 november 1992) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Betty van Garrel
    “Wormenpap” (12 april 1991) op nrc.nl