Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·geert mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meeregeren

regeert (…) mee

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeregeren
    • Jij regeert mee. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeregeren
    • Hij regeert mee. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meeregeren
    • Regeert mee! 

Gangbaarheid