refereerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: refereerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·fe·reer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
refereren |
refereerden
- meervoud verleden tijd van refereren
- Wij refereerden.
- Jullie refereerden.
- Zij refereerden.
- Wij refereerden.