Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • redt

Werkwoord

vervoeging van
redden

redt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redden
    • Jij redt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redden
    • Hij redt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van redden
    • Redt! 
Gelijkklinkende woorden