reclamedrukwerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reclamedrukwerk (hulp, bestand)
- IPA: / rəˈklaməˌdrʏkwɛrək / (5 of 6 lettergrepen)
Woordafbreking
- re·cla·me·druk·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reclamedrukwerk | reclamedrukwerken |
verkleinwoord | reclamedrukwerkje | reclamedrukwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
het reclamedrukwerk o
- aanprijzingen van een of meer producten of leveranciers die op papier zijn vermenigvuldigd om onder mogelijke klanten te worden verspreid
- ▸ Om het milieu verder te sparen, stapte Amsterdam met ingang van het nieuwe jaar over op een nieuw systeem van brievenbusstickers. Amsterdammers zónder sticker op hun brievenbus ontvangen nu automatisch géén reclamedrukwerk meer als hun naam hier niet op staat vermeld.[2]
- ▸ Een gemiddeld Nederlands huishouden gebruikt bijna 400 kilo papier per jaar. Ongeveer 3 procent is wc-papier, 8 procent reclamedrukwerk, 13 procent krantenabonnement, ruim 50 procent verpakkingen en de rest bestaat uit boeken, tijdschriften, kopieerpapier etcetera.[3]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord reclamedrukwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Daan Borrel“Wat is er veranderd per 1 januari?” (6 januari 2018) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “40 kilo CO2-uitstoot per jaar” (18 april 2014) op nrc.nl