Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·ze·ker·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtszekerheid rechtszekerheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de rechtszekerheidv

  1. (juridisch) de garantie dat de rechtspraak volgens bepaalde normen geschiedt
  2. (juridisch) duidelijkheid en betrouwbaarheid van de rechtspositie van een rechtssubject, 'dat je weet waar je juridisch gezien aan toe bent'
    • Het feit dat de gemeente Jan heeft gegarandeerd dat zijn terras niet in strijd is met de verordening bevordert de rechtszekerheid. 
     In het voorstel staat ook dat telefoonnummers en e-mailadressen niet meer openbaar in het Handelsregister moeten komen te staan. Overigens blijven afgeschermde gegevens wel zichtbaar voor overheidsinstanties en beroepsgroepen met een wettelijke toestemming, zoals de Belastingdienst en deurwaarders. Daardoor blijven bepaalde gegevens controleerbaar en komt de rechtszekerheid niet in het geding, schrijft de minister.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl