Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·prak·tijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtspraktijk rechtspraktijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rechtspraktijkv / m [1]

  1. de manier waarop men wetten en regels in de praktijk toepast
     De ministers wijzen verder op "signalen uit de rechtspraktijk" dat het huidige maximum voor doodslag bij zeer ernstige gevallen als knellend wordt ervaren. In hun toelichting benadrukken ze dat op doodslag al sinds 1886 maximaal 15 jaar staat, terwijl de maximale straf op moord in 2006 is verhoogd van 20 naar 30 jaar (naast levenslange gevangenisstraf).[2]
     De huidige herzieningsregeling werd door de rechtspraktijk als verouderd en beperkt ervaren. Nieuwe inzichten van deskundigen leiden nu zelden tot een herziening. Door de aanpassingen kan er nu eerder onderzoek gedaan worden voor het heropenen van gesloten zaken.[3]
  2. de werkzaamheden van een jurist
     CDA-kandidaat Franken is sinds 2004 lid van de Eerste Kamer: "Ter ondersteuning van mijn kandidatuur wijs ik op mijn langdurige ervaring in rechtspraktijk en wetenschap. Daarbij heb ik eveneens zeer ruime ervaring opgedaan met het vervullen van voorzitterschappen, waarbij een vriendelijk doch beslist optreden moet leiden tot het bewaken van de procedures, het respectvol debatteren en het scheppen van een goede sfeer."[4]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Kabinet komt met wet om maximale straf voor doodslag te verhogen” (24 september 2020, 03:09), NOS
  3.   Weblink bron “Herzien strafzaken voortaan sneller” (13 juni 2012, 18:35), NOS
  4.   Weblink bron “Verkiezing EK-voorzitter 'vrije keus'” (2 juli 2013, 15:29), NOS