recherche
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·cher·che
Woordherkomst en -opbouw
- van het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | recherche | recherches |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- een afdeling van de politie die als taak heeft misdrijven op te lossen
- de naspeuring van ongeoorloofde handelingen, het rechercheren
Hyponiemen
Verwante begrippen
- [1] opsporingsdienst
- [2] onderzoeking, naspeuring, opsporing
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord recherche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "recherche" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ recherche op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechercher |
recherche
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van rechercher
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van rechercher
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van rechercher