Een ouderwetsche rastraal.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ras·traal
Woordherkomst en -opbouw

Van het Latijnse "rastrum" (hark)

enkelvoud meervoud
naamwoord rastraal rastralen
verkleinwoord rastraaltje rastraaltjes

Zelfstandig naamwoord

het rastraalo

  1. (muziek)(verouderd) inkttekenpen met vijf punten om notenbalken in één keer te trekken
    • Eertijds hanteerde men de rastraal om notenbalken op papier tekenen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid