rapporteur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rapporteur (hulp, bestand)
- IPA: / ˌrɑpɔrˈtør / (3 lettergrepen); /rɑpɔrˈtøːr/
Woordafbreking
- rap·por·teur
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans rapporteur, aangetroffen vanaf 1678 (zie vindplaats hieronder) [1]
- Naamwoord van handeling van rapporteren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rapporteur | rapporteurs |
verkleinwoord | rapporteurtje | rapporteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de rapporteur m
- iemand die volgens opdracht of krachtens functie een rapport, verslag (van een voorval) uitbrengt
- ▸ De rapporteur sprak maandag zijn woede uit over de executie van vier mensen, die direct betrokken waren bij de protesten.[2]
- ▸ ⧖ want al wat sy hem gaf, droegh hy in stilte aen d'arme menschen uyt den naem vande milde, en goethertige Coninginne: niet-te-min den Coninck dat vals rapport gehoort hebbende, heeft den valschen rapporteur geloof ghegeven[3]
- (meetkunde) (gereedschap) gradenboog, hoekmeter
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
- [1] mannelijke vorm van rapportrice
- [1] rapportage, rapporteren
- [2] zwaaihaak
Gangbaarheid
- Het woord rapporteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rapporteur" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “VN: Iran executeerde dit jaar zeker 143 mensen zonder eerlijk proces” (20 maart 2023) op nu.nl
- ↑ Weblink bron Jacob Moons“Sedelycke lust-warande” (1678), Johannes Sleghers, Antwerpen, p. 139 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron M. Noel Chomel“Huishoudelyk woordboek, Vervattende vele middelen om zyn goed te vermeerderen, en zyne gezondheid te behouden, Met verscheiden wisse en beproefde middelen”, in de vertaling van Jan Lodewyk Schuer en A.H. Westerhof (1743), S. Luchtmans/H. Uytwerf, Leiden/Amsterdam, p. 113 op dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- rap·por·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het werkwoord rapporter met het achtervoegsel -eur.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | rapporteur | le rapporteur | rapporteurs | les rapporteurs |
vrouwelijk | rapporteuse | la rapporteuse | rapporteuses | les rapporteuses |
Zelfstandig naamwoord
rapporteur m
- (juridisch) (regering) rapporteur, iemand die een verslag uitbrengt
- (onderwijs) aangezocht lid van een promotiecommissie bij de verdediging van een dissertatie, proefschrift
- (spreektaal) klikspaan
- (meetkunde) (gereedschap) gradenboog, hoekmeter
Bijvoeglijk naamwoord
rapporteur
- verslag uitbrengend, rapporterend
- (spreektaal) verklikkend