ranonkelbij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ranonkelbij (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ra·non·kel·bij
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ranonkel zn en bij zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ranonkelbij | ranonkelbijen |
verkleinwoord | ranonkelbijtje | ranonkelbijtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (vliesvleugeligen) Chelostoma florisomne een vliesvleugelig insect dat vooral op boterbloemen vliegt. De soort nestelt hoofdzakelijk in houtwormgaten of rietstengels. Ze zijn ook al teruggevonden, nestelend in glazen buisjes of kleiwanden. De celwanden worden opgebouwd met zand en leem, waaraan ook nectar wordt toegevoegd. Opmerkelijk is dat ze de gewoonte hebben om in de buitenste celwand ook kleine steentjes te verwerken. In de buurt van nesten kan met dikwijls de gewone knotswesp (Sapyga clavicornis) waarnemen. Deze nestparasiet of koekoekswesp legt haar eitjes in nog open nestcellen, als de moederbij weg is om stuifmeel te verzamelen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'ranonkelbij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.