radioscopie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: radioscopie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·dio·sco·pie
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
- met het voorvoegsel radio- en met het achtervoegsel -scopie
- afgeleid van radioscoop met het achtervoegsel -ie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radioscopie | radioscopieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de radioscopie v
- (medisch) het bekijken van inwendige organen d.m.v. röntgenstralen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord radioscopie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "radioscopie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be