radiografie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: radiografie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ra·dio·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiografie | radiografieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de radiografie v
- (medisch) fotograferen door middel van röntgenstralen
- röntgenfoto
- Claeys kreeg de eerste medische zorgen in de teambus, maar liet uiteindelijk geen radiografie nemen. “Ik heb dat niet gedaan, ik denk niet dat er iets gebroken is”, zei hij. “Ik kan mijn elleboog plooien en strekken, maar dat is zeer pijnlijk en doe ik maar aan 20 à 25 procent. Tja, we moeten verder. Stel dat hij gebroken is, dan zien we dat morgen wel. Ik wil graag op die fiets. De kinesist is me nu aan het behandelen. Hopelijk heb ik wel een goede nachtrust en kan ik gewoon starten.”[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. fotograferen door middel van röntgenstralen
Gangbaarheid
- Het woord radiografie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "radiografie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ De Standaard 02/07/2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be