Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raamt

Werkwoord

vervoeging van
ramen

raamt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ramen
    • Jij raamt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ramen
    • Hij raamt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ramen
    • Raamt!