raadpensionaris
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raad·pen·si·o·na·ris
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van raad en pensionaris zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raadpensionaris | raadpensionarissen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de raadpensionaris m
- (geschiedenis) (beroep) titel van de eerste ambtenaar en rechtskundig adviseur van de staten van zowel het gewest Holland als het gewest Zeeland
- Hij had de gewoonte de raadpensionaris en ook anderen te bombarderen met brieven, memories en aanbevelingen, meest over militaire en financiële zaken en over bepaalde aspecten van de buitenlandse politiek.[2]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord raadpensionaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.