Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raad·pen·si·o·na·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadpensionaris raadpensionarissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de raadpensionarism

  1. (geschiedenis) (beroep) titel van de eerste ambtenaar en rechtskundig adviseur van de staten van zowel het gewest Holland als het gewest Zeeland
    • Hij had de gewoonte de raadpensionaris en ook anderen te bombarderen met brieven, memories en aanbevelingen, meest over militaire en financiële zaken en over bepaalde aspecten van de buitenlandse politiek.[2] 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen