Deens

Woordafbreking
  • rør
Uitspraak
  • IPA: / rœːr /
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord reyrr.

Zelfstandig naamwoord

rør, o

  1. (gereedschap), (huishouden) buis, pijp
  2. telefoonhoorn

Werkwoord

rør

  1. gebiedende wijs van røre

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • rør
Naar frequentie 715

Werkwoord

rør

  1. gebiedende wijs van røre


Nynorsk

Woordafbreking
  • rør

Werkwoord

rør

  1. gebiedende wijs van røra

Werkwoord

rør

  1. gebiedende wijs van røre