quotiseert
- Geluid: quotiseert (hulp, bestand)
- quo·ti·seert
vervoeging van |
---|
quotiseren |
quotiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quotiseren
- Jij quotiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quotiseren
- Hij quotiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van quotiseren
- Quotiseert!