quilten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- quil·ten
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van quilt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | quilten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het quilten o
- het maken van een gevoerde lapjesdeken; het maken van een quilt
- ▸ In de loop van de week zullen onder meer twee vrouwen naar de Engelse partnerstad vertrekken die zich hebben bekwaamd in het quilten. "Je weet wel van die lapjes", meldt Blaak vanuit het land aan de andere kant van de Noordzee.[1]
- ▸ Deelnemers laten zich inspireren door een van de zeventien muurschilderingen in de kerk, en maken vervolgens hun eigen kunstwerk. Hoe of wat, daar zijn ze helemaal vrij in. Het kan bijvoorbeeld gaan om tekenen, quilten, breien, beeldhouwen of glaskunst.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord quilten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "quilten" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Post uit Preston” (20-04-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron Alice Plekkenpol“Borne zamelt geld in voor Oude Kerk” (13-05-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be