puncteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- punc·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
puncteren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
puncteren |
puncteerde |
gepuncteerd |
zwak -d | volledig |
- (medisch) met een dun scherp voorwerp doorboren
- voorzien van stippen
- (muziek) muziekterm die de verlenging van een nootwaarde aangeeft door middel van een puntje achter een noot
Synoniemen
- [1] opensteken, doorboren, prikken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord puncteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puncteren" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ puncteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be