Nederlands

 
puitaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • puit·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord puitaal puitalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de puitaalm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort zeevis die voorkomt in de kustwateren van de Noordzee, Zoarces viviparus  
     Het Amerikaanse bedrijf AquaBounty introduceerde DNA van de Chinookzalm en van de Amerikaanse puitaal in het genetisch materiaal van Atlantische zalm.[1]
     "Een puitaal", suggereert Shin. Dat is opmerkelijk, want de puitaal die ik vang, is meestal niet groter dan 12 centimeter. Deze is zeker 30 centimeter en nogal dik. De kleine puitaal zet ik altijd terug, maar zo'n grote wil ik wel opeten. Ik pak mijn knuppeltje en geef drie tikken op zijn kop.[2]
     Bij binnenkomst op het ecologisch onderzoeksinstituut in IJmuiden valt meteen het zeeaquarium op, waarin harders en een zeebaars rondzwemmen; in een hoek ligt een puitaal.[3]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Canada gaat genetisch gemanipuleerde zalm exporteren” (26-11-2013), Tubantia
  2.   Weblink bron
    09-03-17
    “Hoe Jan Hoedeman een recordvisser werd” (Jan Hoedeman), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Kees van Reenen
    “Visser met een kantoorbaan” (01-12-2017), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be