psychologiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- psy·cho·lo·gi·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van psychologisch met het achtervoegsel -iseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
psychologiseren |
psychologiseerde |
gepsychologiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
psychologiseren [1]
- overgankelijk iets tot een psychologische zaak maken
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord psychologiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.