psychologe
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: psychologe (hulp, bestand)
Woordafbreking
- psy·cho·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van psycholoog met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psychologe | psychologes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de psychologe v
- (beroep) (psychologie) vrouw die psychologie heeft gestudeerd en als psycholoog werkt, vrouwelijke vorm van psycholoog
- De psychologe luisterde heel goed naar haar cliënten.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord psychologe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "psychologe" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be