Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·beer·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitproberen

probeerden (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitproberen
    • Wij probeerden uit. 
    • Jullie probeerden uit. 
    • Zij probeerden uit. 

Gangbaarheid