premierministerens

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·mier·mi·nis·te·rens

Zelfstandig naamwoord

premierministerens

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van premierminister


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·mier·mi·nis·te·rens

Zelfstandig naamwoord

premierministerens

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van premierminister