prefigeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prefigeren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·fi·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prefigeren |
prefigeerde |
geprefigeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
prefigeren [2]
- overgankelijk (taalkunde) van een prefix voorzien
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord prefigeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.