Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • preek·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord preekstoel preekstoelen
verkleinwoord preekstoeltje preekstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

de preekstoelv / m

  1. een hoog spreekgestoelte dat vaak in een kerk te vinden is
    • De oude preekstoel heeft prachtig houtsnijwerk. 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be