predicaatsbepaling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·di·caats·be·pa·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord predicaatsbepaling predicaatsbepalingen
verkleinwoord predicaatsbepalinkje predicaatsbepalinkjes

Zelfstandig naamwoord

de predicaatsbepalingv

  1. (grammatica) bepaling die iets zegt over het naamwoordelijk deel van het gezegde van een zin

Gangbaarheid