Noors

Woordafbreking
  • pra·tet

Werkwoord

pratet

  1. verleden tijd van prate
  2. voltooid deelwoord van prate
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

pratet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van prat
Synoniemen


Nynorsk

Woordafbreking
  • pra·tet

Zelfstandig naamwoord

pratet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van prat