Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prak·tijk·er·va·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord praktijkervaring praktijkervaringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de praktijkervaringv

  1. door ondervinding opgedane kennis
     In Voskresensk deed Tsjechov praktijkervaring op bij enkele lokale artsen.[1]
     Het doel van de proef is om praktijkervaring op te doen en te onderzoeken of waterstoftreinen een goede oplossing zijn voor de verduurzaming van het treinvervoer in Groningen, schrijft RTV Oost. Dieseltreinen kunnen dan worden ingeruild voor waterstoftreinen die alleen schoon water uitstoten.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  2.   Weblink bron “Eerste waterstoftrein aangekomen in Nederland” (26-02-2020), NOS